Ga niet naar Venetië, want het is er heet, stampvol en griezelig commercieel. Mijd het San Marco-plein, verzamelplaats van horden losgelaten toeristen-voor-één-dag, negeer de gondola’s en hun kleine stoere maar stomstille (no sole mio) matrozen, loop voorbij aan de tientallen prullariastallen en glaswinkels met een en dezelfde waar en hoed je voor de pastaterroristen, die je van de straat trekken en aan een altijd wiebelend tafeltje plaatsen met het gebod: mangiare!
Ga wel naar Venetië als je van verval houdt. Van huizen die rafelen, van hout dat verteert, van verborgen leven achter brokkelende muren. Van dansen op straat en muziek op bordessen van statige paleizen in verval. Van oude mensen en roestige deuren. Van een stad die zijn glorie verpatst, maar het karakter koestert in de wijken waar het ‘s avonds doodstil is en die lijdzaam afwacht hoe het wassende ziltwater vreet aan haar eeuwenoude fundamenenten. Daar, weg van de commerciële vervuiling, moet je dwalen. | © bertwestenbrink
1 Reactie
Guido Pulinx
20 november 2018Helemaal mee eens, beste Bert.
Dwalen in Venetië is het einde.
Maar niet iedereen blijft er zo lang en heeft die luxe.
Je wandelingen goed voorbereiden, laat je wel zien wat geen enkele andere stad ter wereld te bieden heeft. In Dorsoduro en Cannaregio loop je met de bewoners alleen op straat. Ook in volle zomer is het dan nostalgisch zwelgen geblazen, midden in de overvloedige rijkdom van het verval. Venetië, voor altijd de stad van vervlogen dromen…