Uri Rosenthal: ‘Een goede exportpositie is cruciaal’
Voorzitter Uri Rosenthal van de regiegroep vitalisering varkenshouderij maakt zich de problematiek van de sector snel eigen. Hij zegt: ‘De diagnose is dat de keten zwak is’.
Heeft het nog wel zin, zo is de vraag, om te werken aan een plan voor een vitale toekomst van de varkenshouderij, als de sector nu met staatssecretaris Sharon Dijksma in crisisberaad bijeenkomt om te praten over overleven? “Dat is een uitstekende vraag,” zegt Uri Rosenthal. “Ik heb ‘m dezer dagen zelf ook al even geopperd.”
Maar opperen is ‘m nog niet beantwoorden. En dat doet Rosenthal ook niet. De vitalisering van de sector moet in breder verband worden gezien, er moet een plan komen met wenkend perspectief, zegt de oud-minister van Buitenlandse Zaken die sinds enige tijd aan de slag is als voorzitter van de regiegroep die werkt aan een vitaliseringsplan voor de varkenshouderij.
Waar andere leden als Ingrid Jansen (NVV) en Eric Douma (LTO) van de regiegroep al openlijk spreken over het reguleren van het aanbod, houdt Rosenthal zijn kruit nog droog. Hoewel het voor hem ‘zonneklaar’ is dat ook de exportpositie cruciaal is voor de varkenshouderij. En het hem tevens opvalt dat in een land als Spanje de ketenintegratie wel werkt in de varkenshouderij.
In de Haagse sociëteit Nieuwspoort zegt hij bij herhaling dat hij niet de indruk wil wekken dat hij wel even zal zeggen welke kant het op moet met de sector. “Daar ben ik nog helemaal niet aan toe.”
Zijn aanstelling als voorzitter was een verrassing. Rosenthal heeft in zijn loopbaan als hoogleraar, senator en minister veel gedaan, maar in de agrarische sector heeft hij zich nooit laten zien. Het bleek een aanbeveling.
“Ze wilden iemand hebben bij de regiegroep die van buiten de sector komt, die affiniteit kan ontwikkelen en zich snel kan inwerken. Die dus ook geen partij in de keten is. Toen ik benaderd werd, heb ik wel meteen gevraagd of de thematiek van de exportpositie in de varkenshouderij deel van het verhaal is, want daar voel ik mij verwant mee door mijn rol als minister van Buitenlandse Zaken. Het antwoord was driewerf ja.”
Rosenthal werd benaderd door Ingrid Jansen. De twee kennen elkaar, Jansen was personal assistant van Rosenthal toen hij fractievoorzitter was van de VVD in de Eerste Kamer. Ze hebben nadien contact gehouden, zegt de oud-senator.
Hoe opvallend zijn benoeming ook is, toch is de landbouw geen onbekend terrein voor hem. Rosenthal heeft, vertelt hij, als voorzitter van het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT) respectievelijk minister Van Aartsen en Brinkhorst geadviseerd in de bestrijding van de ziekteuitbraken als varkenspest, MKZ en vogelpest. Hij leerde de landbouw kennen in crisistijd.
- En dan nu de varkenshouderij. Bent u al in een stal geweest?
“Oh ja. Ik ben bij grote varkenshouders geweest, bij kleine. Bij Johnny Hogenkamp, bij Martin Houben, op zijn bedrijf in Brabant. Ik ben bij Bert Rijnen geweest, die veel in Spanje doet. Ben op een modelbedrijf in het Noorden geweest. Ben bij de slachters geweest. Bij Nevedi. Heb bij Vion het hele slachtproces bekeken. Ik ben er alleen nog niet aan toe gekomen om bij de supermarkten langs te gaan”
- En wat is uw indruk?
“Ik ben bij een varkenshouder geweest van wie ik echt geen klachten hoor over het rendement op zijn vermogen. En ik ben bij varkenshouders geweest waar het heel somber is. Waar de zaak onder water staat. Ik heb een grote diversiteit aangetroffen. En wat mijn opvalt is de manier waarop de sector voldoet aan alle vereisten voor de keuring, et cetera. Dat is echt bewonderenswaardig. Nou kan het wel zijn dat ik net niet bij de kwade jongens geweest ben.”
- Als u het een varkenshouder zou vragen, dan zal hij zeker zeggen: u móet ook bij de supermarkten langs gaan.
“Dat is ook mijn bedoeling.”
- Los daarvan, u heeft nu een aardig beeld van de sector?
“Daar moet ik voorzichtig in zijn, maar er vallen wel een paar zaken op. In de keten zijn er een paar schakels die er redelijk tot goed voorstaan. Dat geldt voor de voerindustrie, is mijn voorzichtige indruk. Dan heb je daarna de slachterijen, die hebben opmerkingen, maar daar liggen niet de zwaarste problemen. Supermarkten hebben een enorme marktmacht. De varkenshouders hebben een relatief zwakke positie, daar komt het op neer.”
- En verder?
“Tweede punt dat mij opvalt, is dat de exportpositie van de varkenshouderij van heel groot belang is. En dat je global moet denken. Dus niet alleen Europa en niet alleen de afzetmarkten die je nu hebt. Maar ook afzetmarkten die je zou kunnen veroveren met een goed Hollands varken. Wat ik in de sector ook hoor is wat in het politieke en ambtelijke jargon gold plating wordt genoemd. Je krijgt richtlijnen vanuit Brussel en daar zet het land dan zelf nog een kop op. Dan doe je meer dan Brussel eigenlijk eist.”
- Daar ging het in het crisisberaad met staatssecretaris Dijksma ook over. De varkenshouderij wil af van die kostprijsverhogende maatregelen uit Den Haag.
“Dat heb ik begrepen ja. Ik kom dat in mijn gesprekken ook tegen. De slachters zijn er al mee geholpen als de keuringskosten die geloof ik 2 cent per kilo bedragen, zouden verdwijnen. Ik weet niet wat het effect van zo’n maatregel is voor het totale verdienmodel van de sector, maar ik kan me voorstellen: hoe lager de kosten, hoe beter. Ik ben bij Vion geweest en ik was onder de indruk van het enorme aandeel van keuringen in het slachtproces. Daar liepen geloof ik wel 20 keurmeesters rond. Hoog geschoolde veterinaire deskundigen die door de slachterijen moeten worden betaald, en dus ook door de varkenshouders waar de kosten aan worden doorberekend.”
- U ziet het huidige exportmodel als een toekomstbestendig model in de komende jaren?
“Dat de exportpositie volledig cruciaal is in het geheel van de varkenshouderij is voor mij zonneklaar. Ik hoor veel over de kwaliteit van Danish Pork, maar ik denk dat we met het Holland Varken goud in handen kunnen hebben. De vraag is: hoe kun je ongeacht regulering van het aanbod die hoogwaardige en kwalitatief voortreffelijk varkenshouderij die we hebben in Nederland letterlijk tot gelding brengen internationaal?”
- Terwijl op de internationale markt een deel van de problemen zit. Als Rusland de grens sluit…
“Op het moment dat de Russische markt sluit dan is dat misschien voor het overall volume niet eens verschrikkelijk, maar wel voor dat segment van je productie dat vooral op die markt gericht is. Dan heb je het over vierkantsverwaarding. En als je met die vierkantsverwaarding serieus omspringt, dan valt er meer rendement uit te halen.”
- Is dat een belangrijke denkrichting in de regiegroep?
“Nou nee, het komt voortdurend aan de orde, laat ik het zo zeggen.”
- De inzet van de regiegroep is dat de keten meer markkracht ontwikkelt.
“Zeker. De opdracht van de regiegroep is om te komen tot een adequaat verdienmodel voor de varkenshouderij. Dat red je niet door de keuringskosten 2 cent omlaag te duwen, dat geeft alleen voor de korte termijn respijt. Het zal toch meer gaan om het wenkend perspectief dat je moet hebben. En ik beluister hier en daar dat als je echt verder wilt komen, je het moet zoeken in de vele deelmarkten die er in feite te vinden zijn. Dan kom je weer terecht bij de vierkantsverwaarding en de verfijning daarvan.”
- Komt het er in de kern niet op neer dat de schakels in de keten versterkt moeten worden?
“Ik weet niet of dat de kern is. De diagnose is dat de keten zwak is. Op het moment dat je praat over een onevenwichtigheid in de keten, een gebrek aan balans, dan werkt de keten niet. Dan is het de vraag of de schakels die er beter voor staan, in dit geval de supermarkten, vroeg of laat zichzelf gaan tegenkomen als ze knellende praktijken hanteren in de richting van degenen die aan ze leveren, dat is het simpele verhaal. Er moet op een bepaald moment een gemeenschappelijk gevoel zijn dat het nodig is om de zwakke schakels in de keten te versterken.”
- Er wordt al lang gepraat over versterking van de keten. Is er nog een variant te bedenken die het ei van Columbus blijkt te zijn?
“Goeie vraag, maar ik ben nog niet zover om daar een antwoord op te geven. Maar in sommige andere landen is de keten gesloten met bindende afspraken die als het ware de varkenscyclusproblematiek proberen te neutraliseren. Zo heeft Spanje vaste prijsafspraken voor vijf jaar tot en met de retail. Je zou kunnen zeggen: hoe kan het dat men in Spanje wel in staat is om tot een geintegreerde keten te komen en hier niet. Je ziet het ook bij de kalveren, waar de VanDrieGroup de hele keten registreert.”
Dit artikel verscheen in Boerderij en werd gemaakt in samenwerking met Guus ten Hove
Recente reacties