‘De landbouw heeft boegbeelden nodig’
Kan de landbouw de kloof met de consument dichten met social media? Gaan techniek en ict de landbouw beheersen? De toekomst van de landbouw wordt ook voor landbouweconoom Krijn Poppe ingevuld met vragen. Maar zekerheden zijn er ook: de melkveehouderij gaat groeien, de intensieve veehouderij fors krimpen. Op de jubileumbijeenkomst van het KWIN, het handboek voor de veehouderij dat 25 jaar bestaat, zal Poppe terugkijken en vooruitblikken. ‘De landbouw heeft boegbeelden nodig.’
Ja, wat zijn belangrijke ontwikkelingen geweest in de afgelopen 25 jaar? Internationalisering, institutionele vernieuwing. Vermaatschappelijking met verzet tegen megastal en roep om dierenwelzijn. De opkomst van het ketendenken. Dierziekteuitbraken als varkenspest, BSE, MKZ, Q-koorts. Quotering in de veehouderij. Het gat van Rotterdam. Mest. Van prijsbeleid naar inkomenstoeslagen. De macht van de retailers. Voedselveiligheid. De val van het ijzeren gordijn en de ijzeren driehoek. Het milieubeleid. Biologisch. De tweede tak. Zorgboerderijen. En schaalvergroting? ‘Nou, dat is business as usual, die gaat de komende jaren gewoon door.’
College
Krijn Poppe, onderzoeksmanager van het Landbouw Economisch Instituut, geeft college. De landbouweconoom kan als geen ander de ontwikkelingen van de afgelopen 25 jaar schetsen, zoals hij zal doen op het feestje van KWIN-veehouderij, het handboek Kwantitatieve Informatie veehouderij dat dit jaar jubileert. Maar Poppe blikt niet alleen terug, hij kijkt ook vooruit en schetst dan, met hier en daar een slag om de arm (‘ik heb m’n onzekerheden’), trends zoals die zich de komende jaren voortzetten.
Voor zich heeft de landbouweconoom, die als blogger regelmatig zijn licht laat schijnen over de toekomst van de landbouw, een schema liggen met trends. Met de afschaffing van het melkquotum en de ontmanteling van de productschappen dienen zich al weer nieuwe – ingrijpende – veranderingen aan en dat is eveneens business as usual: ook de komende 25 jaar zal de sector veranderen, dat is een zekerheid.
Maar verder beziet Poppe de toekomst ook met de nodige vragen, getuige de aantekeningen in zijn schets voor de toekomst: hoe denkt de burger in 2030 over platteland en voedselketen? Kan de band met de consument worden hersteld met social media? Komt de kleinschaligheid terug? Ontstaan er nieuwe organisatievormen binnen en buiten de almaar groter en internationaler wordende cooperaties? En: op welke wijze gaan techniek en informatie- en communicatietechnologie (ict) de sector beinvloeden?
Regie op afstand
“De landbouw wordt door ict en technologie beheersbaar,” zegt Poppe. Die ontwikkeling zet de deur open voor regie op afstand, zo voorziet de econoom. “Als je door ict een bedrijf op afstand kunt runnen, komen gegevens terecht bij de melkrobotfabrikant, de zuivelverwerker, de veearts. Als die meekijken krijg je systemen zoals we die in de kalverhouderij al kennen, waar heel veel beslissingen worden genomen door de integratie. Dat is een denkbaar scenario. In Vlaanderen is de varkenshouderij voor een deel al zo op contract georganiseerd.”
De landbouweconoom ziet trends van de afgelopen 25 jaar doorlopen, zoals internationalisering (‘de fusie tussen Friesland en Campina is niet de laatste geweest’) en vermaatschappelijking. Nu worden de pijlen nog gericht op de megastal, maar gaan opvattingen veranderen? De vraagtekens bij het ‘dure’ Europese landbouwbeleid zullen evidenter worden. Poppe: “We hebben het over 40 miljard euro. De burger ziet de land- en tuinbouw steeds meer als gewone bedrijfstak en die gaat denken: waarom moet ik daarvoor belasting betalen? Stop dat geld toch in de pensioenen!”
De sector moet serieus werk maken van een goeie PR, warschuwt Poppe. “Ik denk dat we op een zijden draadje lopen. Je bent als sector buitengewoon kwetsbaar als je geen geloofwaardig verhaal hebt, waarbij je aansluit bij de beleving van de burger. De landbouw heeft behoefte aan boegbeelden. Mensen met gezag die in Journaal en bij Pauw & Witteman uitleggen wat er gaande is in de sector. Je moet de mensen laten zien welke dilemma’s er zijn, welke oplossingen je hebt en hoe je het gaat doen. Zuivel is goed te positioneren, mensen hebben iets met koeien. Het verhaal voor vlees ligt moeilijker met zaken als milieu en antibiotica. Maar ook hier moet het verhaal zijn: we werken er hard aan.”
Transitie
De internationalisering en globalisering gaan hun effecten hebben op de structuur van de veehouderij. Poppe voorziet dat de melkveehouderij groeit en dat de intensieve veehouderij over 25 jaar aanmerkelijk kleiner zal zijn dan nu. Het voordeel van de goedkope graanvervangers verdwijnt en de concurrentie groeit, ook in opkomende economieen. “De vleessector zit in transitie, vecht in feite voor z’n bestaan. Even afgezien van de maatschappelijke weerstand, maar in China en Brazilië fokzeugen en vleesvarkens houden is veel makkelijker dan kaas maken.”
Met de transatlantische vrijhandel die de Europese Unie wil met Amerika en Canada en de Mercosur-landen in Zuid- en Midden-Amerika, wordt de deur opengezet voor de import van goedkoop vlees naar de Europese markt. Poppe: “Er is in de sector veel zorg over die deals, maar ik moet nog zien of die akkoorden er komen. Er ligt een aantal zeer gevoelige dossiers. Maar als ze er wel komen, dan zal het goed zijn voor onze kaasexport naar de VS, maar niet voor de varkens- en pluimveesector. De Duitsers gaan hun vlees niet meer uit Nederland importeren, maar uit Brazilie, de VS en Canada. Is goedkoper, ondanks de transportkosten.”
Dit verhaal is gepubliceerd in Boerderij Vandaag en Boerderij
Recente reacties