China als reddende engel?
China gaat veel varkensvlees importeren zegt de Rabobank. Als Nederland profiteert en de Chinese importhonger stilt, kan de varkenshouderij uit het diepe prijsdal klimmen. Maar is dat ook zo?
De Chinezen eten veel varkensvlees, ongeveer de helft van wat wereldwijd wordt geproduceerd. Ze zijn daarbij ook nog eens gek op oren, poten, snuiten en magen, de delen van het varken die op de Westerse markt slecht te verwaarden zijn. Een afzetgebied om je vingers bij af te likken. En dan gaan ze ook nog eens heel veel importeren, wat de prijscrisis in Europa gaat verlichten, zeggen deskundigen.
De Rabobank ontstak in juli voor de varkenshouderij in Nederland het licht aan het eind van de tunnel. In haar kwartaalbericht stelde de bank dat aan het eind van het derde kwartaal de Chinezen veel varkenvlees gaan importeren. Die import zou bijdragen aan het herstel van de prijzen in Europa, aldus de bank.
In China is in de afgelopen 18 maanden een enorm aantal varkens geslacht; 100 miljoen varkens en ruim 10 miljoen zeugen. Dat is evenveel als de varkensstapels van Mexico, de Verenigde Staten en Canada bij elkaar opgeteld.
Indrukwekkende exodus
De reden is dat miljoenen kleine varkensboeren, de zogeheten backyard farmers, zijn gestopt. Lage prijzen en hoge kostprijzen waren de aanleiding voor deze indrukwekkende exodus. Het is eveneens het gevolg van de hervorming van de Chinese varkenshouderij, die de weg van schaalvergroting en modernisering is in geslagen waarbij grote varkensbedrijven en integraties de technische presaties naar voor China hoge niveaus moeten brengen (25 biggen per zeug per jaar) willen ze overleven, zegt Ina Enting van het Dutch Meat & Feed Centre in Beijing.
Chief Technical Officer Jan Cortenbach van De Heus Animal Nutrition onderschrijft dat beeld: “Professionalisering en commerciële bedrijven hebben de toekomst. Grote integraties als Wensi, Shuanghui, Delisi en Yurun zullen een nog belangrijkere rol gaan spelen.”
De binnenlandse productie is sinds 2013 met 6,5 procent gedaald tot 53 miljoen ton varkensvlees per jaar, ruim minder dan de consumptie van 55 miljoen ton (óók gedaald met 5,3 procent). De Rabobank schat het gat voor dit jaar op 1,9 miljoen ton, dat is 600.000 ton meer dan in 2014; het tekort dat met extra import moet worden aangevuld.
Die inschatting moet met voorbehouden worden gemaakt. Want in hoeverre pakken gestopte backyard farmers de productie weer op, nu de vleesprijzen goed zijn? Lastig in te schatten, want ook de biggen zijn duur. Bovendien worstelt China met een inzakkende economische groei, wat duidt op afnemende consumptie.
Wedloop
Toch vertelt elke deskundige dat de importgroei toeneemt, het verschil in de visies zit ‘m in de mate waarin. De vraag is wel welke landen en regio’s daar het meest van weten te profiteren. De Europese Unie heeft de meeste kans, aldus de Rabobank. Want in de wedloop zet de Amerikaanse varkenshouderij zich voor flink deel buitenspel door het gebruik van ractopamine, een groeibevorderaar waar de Chinezen niets van moeten hebben. Canada en Brazilië hebben beperkte ruimte in de productiecapaciteit voor meer export op korte termijn, aldus de bank, die in de grote voorraden in Europa nog wel een factor ziet die vertragend kan werken in het prijsherstel.
Voorraden of niet, uit cijfers blijkt dat de export vanuit Europa naar China dit hele jaar al toeneemt. Zo’n dertig procent in de eerste zes maanden, zegt Frans van Dongen, lobbyist van de Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV). Cijfers van Eurostat bevestigen dat beeld. Europa vindt met vers en bevroren vlees en slachtbijproducten in China steeds meer een alternatief voor de gesloten Russische markt.
Nederland is een van de grotere groeiers, een trend die zich vorig jaar al inzette. In juni van dit jaar werd er in volume minder afgezet dan de maand ervoor, maar dat was niet van invloed op de stijgende lijn in de waarde die Nederlandse bedrijven realiseren met de export naar China. Die neemt al maanden toe.
Oren, poten, snuiten en koppen
China is de ideale afzetmarkt voor oren, poten, snuiten en koppen, maar de Chinezen eten ook langzaam maar zeker steeds meer ‘westerse’ producten als hamlappen, varkenshaasjes en koteletten, ziet Cortenbach. De prijzen hiervan zijn evenwel even hoog als van de bijproducten.
Ook al groeit de export, de Nederlandse varkenshouderij kan nog meer profiteren, zegt Van Dongen. Meer Nederlandse slachterijen en vleesverwerkers moeten toegang krijgen tot de Chinese markt, zegt hij. Maar misschien is het nog wel belangrijker dat Nederland toestemming krijgt om ook magen te exporteren naar China. Als dat lukt dan zou de verwaarding van het varken sterk verbeteren, aldus Van Dongen. “Dan heb je het over 1,5 tot 2 euro per varken.”
Volgens Van Dongen zijn de Chinezen er inmiddels van overtuigd dat Nederlandse slachterijen magen kunnen produceren die geschikt zijn voor humane consumptie.
Laaghangend fruit
Dat moet evenwel worden vastgelegd in een protocol, zegt hij. Als het aan hem ligt wordt het volgende maand getekend, als staatssecretaris Sharon Dijksma naar China afreist voor een handelsmissie. Van Dongen: “Daar moet alles op worden gericht, want voor het herstel van de prijzen hier is dit het laaghangend fruit.”
Voor de langere termijn ziet Cortenbach van De Heus perspectief voor Nederlandse slachterijen die in China zich kunnen toeleggen op de verwerking van vlees tot kant en klare snacks, worst, gehakt en verpakte vleeswaren. Ook voor toeleverende bedrijven (klimaatsystemen, mestverwerking, genetica, stalinrichting) is er steeds meer interesse, zegt Cortenbach. “Omdat details het verschil gaan maken.”
Dit artikel werd geplaatst in het weekblad Boerderij
Recente reacties