Scholen Dronten Lelystad worstelen met passend onderwijs
De scholen in Nederland zijn klaar voor passend onderwijs, schreef staatssecretaris Sander Dekker deze maand aan de Tweede Kamer. Het had weinig gescheeld of Dekker had niet de waarheid gesproken. Want het zag er lang naar uit dat het basisonderwijs en de speciale basisscholen in Dronten en Lelystad er helemaal niet klaar voor waren.
De onderwijsinspectie was zeer ontevreden over de wijze waarop de scholen in de polder zich voorbereidden op het passend onderwijs. Ze overwoog een korting op de bekostiging, laat een woordvoerder weten. Die korting zou 15 procent bedragen.
Het samenwerkingsverband Dronten Lelystad, waar de 59 basisscholen en speciale basisscholen in beide gemeenten in verenigd zijn, slaagde er als enig cluster in Nederland niet in op 1 mei het vereiste ondersteuningsplan in te dienen bij de onderwijsinspectie. Dat was een ernstig verzuim, al was het alleen maar omdat staatssecretaris Dekker in de debatten met de Tweede Kamer had aangekondigd streng te zullen optreden tegen samenwerkingsverbanden die hun zaakjes niet op orde hadden.
Hopeloos achterop
Op 1 augustus wordt de wet op het passend onderwijs van kracht en zijn alle schoolbesturen verplicht om kinderen onderwijs op maat te bieden, ook als ze gedrags- of leerproblemen hebben. In het ondersteuningsplan beschrijft het samenwerkingsverband hoe het passend onderwijs voor elk kind wil realiseren. Met het maken van dat plan was het verband in Dronten en Lelystad hopeloos achterop geraakt.
En dat was niet het enige. De inspectie sprak in een simulatieonderzoek haar zorgen uit over tal van ontwikkelingen binnen het verband. Voor ouders was onvoldoende duidelijk hoe het samenwerkingsverband te werk zou gaan, criteria voor toelating en plaatsing van leerlingen op scholen voor speciaal (basis)onderwijs waren niet bekend, de wijze waarop de ambulante begeleiding van docenten zou worden geregeld kon de inspectie niet gewaar worden en ook kon ze geen goed beeld krijgen of de scholen wel in staat waren om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften goed onderwijs te bieden.
Bij al de vraagtekens over de adequate invulling van het passende onderwijs, kwam er nog een uitroepteken bij: het samenwerkingsverband krijgt tot 2020 een korting van 1,9 miljoen euro op het ondersteuningsbudget voor de kiezen. Die zogeheten verevening is een gevolg van het aantal leerlingen dat in Dronten en Lelystad speciaal onderwijs krijgt, dat zijn er aanzienlijk méér dan het landelijke gemiddelde. Daarmee ondergaat het samenwerkingsverband in de polder hetzelfde lot als andere verbanden die veel kinderen in het speciaal onderwijs hebben geplaatst: ze worden gekort.
Reprimande
Te laat, onder de maat, gekort – de samenwerkende scholen in oostelijk Flevoland leken zich zwaar te gaan vertillen aan het passend onderwijs. Toch is het anders gelopen. Op 1 juli lag het ondersteuningsplan er dan toch bij de onderwijsinpectie. Ruim te laat, wat het bestuur van het samenwerkingsverband op een reprimande van de inspectie kwam te staan, zegt Henk Keesenberg, die als woordvoerder optreedt voor het verband.
Keesenberg is begin dit jaar door het verband aangetrokken om de voorbereiding op het passend onderwijs vlot te trekken. Die rol van kwartiermaker vervulde hij ook bij andere van de 150 samenwerkingsverbanden in Nederland.
Keesenberg trof in Dronten en Lelystad een stroperig proces van voorbereiding met veel werkgroepen. Hij schafte de werkgroepen af, kreeg het lid op de neus toen z’n plannen geen draagvlak hadden, maar kreeg uiteindelijk toch de vaart erin. De scholen in Dronten en Lelystad zijn nu beter voorbereid dan menig ander samenwerkingsverband, zegt Keesenberg. “Ik vind dat ze in Dronten en Lelystad een pluim verdienen. Ze hebben nu een van de betere ondersteuningsplannen van Nederland.”
Voorsprong
Van achterstand naar een voorsprong, Keesenberg vertelt dat de scholen in Dronten en Lelystad de extra tijd hebben benut om de diepte in te gaan zodat ze nu goed voorbereid zijn om kinderen met problemen op een adequate manier ondersteuning te geven. Op de scholen is volgens hem een interne ondersteuningsstructuur opgezet die het onderwijs in staat stelt om zorgkinderen tijdig te traceren, te ondersteunen met speciale voorzieningen en als dat niet voldoende is te plaatsen in het speciaal onderwijs. Dat hele traject is nu op ‘een hele puike manier’ geregeld, stelt Keesenberg.
En dat geldt in feite ook voor andere kritiekpunten die de onderwijsinspectie inbracht. Zoals de communicatie met de ouders. Keesenberg: ”Ja, als er nou één samenwerkingsverband is dat daar – uiteindelijk – veel energie in heeft gestoken, dan is dat wel Dronten Lelystad.”
Of de bevindingen van Keesenberg stroken met het oordeel van de inspectie blijft onduidelijk. De inspectie bevestigt dat het ondersteuningsplan 1 juli binnen was. “Maar we hebben nog geen oordeel over de inhoud. Dat betrekken we bij het kwaliteitsonderzoek dat we begin van het schooljaar zullen houden in Dronten en Lelystad,” zo laat de woordvoerder weten.
Veel kinderen in speciaal onderwijs
In het basisonderwijs in Dronten en Lelystad krijgen relatief veel kinderen speciaal onderwijs. De regio zit met 2,97 procent duidelijk boven het landelijk gemiddelde van 1,63 procent. Daarvoor krijgt het samenwerkingsverband (59 scholen, 11.475 leerlingen) nu de rekening gepresenteerd, het budget voor ondersteuning van leerlingen wordt gekort met 1,9 miljoen euro.
Dat is een gevolg van het besluit om het budget dat beschikbaar is voor ondersteuning van leerlingen met leer- en gedragsproblemen gelijkmatig te verdelen. Een regio met veel kinderen in het speciaal onderwijs krijgt minder, een gebied met weinig kinderen ontvangt meer.
Eén troost: de korting wordt over vijf jaar uitgesmeerd. Dus in Dronten en Lelystad kunnen ze langzaam wennen aan het afnemende budget. Die korting moet worden opgevangen door minder kinderen in het speciaal onderwijs te plaatsen en meer op te vangen in het reguliere onderwijs.
Volgens woordvoerder Henk Keesenberg zijn ze in Dronten en Lelystad op de goede weg. “Door de ondersteuningsstructuur intern te versterken willen ze bereiken dat er minder leerlingen gebruik hoeven te maken van speciale voorzieningen. En daar slagen ze ook al in, er is sprake van een lichte daling.”
De cijfers geven Keesenberg gelijk: op 1 oktober 2012 telde het samenwerkingsverband 3,12 procent leerlingen die speciaal onderwijs volgden. Een jaar later was dat aantal met 0,15 procentpunt gedaald.
Dit artikel is geplaatst in De Stentor, editie Flevoland
Lees ook: Passend onderwijs: Leuren met kwetsbare kinderen
Recente reacties