Down under is niet langer een kostprijsparadijs

Geplaatst door op dinsdag, 24 december 2013 in blog | 0 reacties
Down under is niet langer een kostprijsparadijs

Melkveehouders in Nieuw-Zeeland en Australië wonen niet langer in een kostprijsparadijs. Ze kampen met steeds hogere kostprijzen, waardoor ze hun voordeel op boeren in meer intensieve melkveegebieden in de Verenigde Staten en Europa kwijt raken. In tien jaar ontwikkelde de sector zich tot een hybride systeem dat steeds meer kenmerken vertoont van de intensieve melkveehouderij.

Dat stelt de Rabobank vast in het vorige maand gepubliceerde onderzoek Agriculture in Focus. Het rapport is gemaakt onder auspiciën van de Rabobank-vestigingen in Australië en Nieuw-Zeeland. Melkveehouders moeten zichzelf volgens de bank de vraag gaan stellen of ze met verhoogde efficiëntie de stijgende kostprijs kunnen opvangen. De productiekosten voor boeren in Nieuw-Zeeland en Australië zijn zo opgelopen dat de hogere prijzen voor de zuivelproducten op de wereldmarkt zich niet vertalen in betere marges op boerderijniveau. En de boeren krijgen dan ook nog eens te maken met kostprijsverhogende milieu- en energiemaatregelen, waarschuwt de bank.

Nu de melkveehouders in Australië en Nieuw-Zeeland niet langer de kaart van het kostprijsvoordeel kunnen spelen, zijn ze voor het behoud van goede bedrijfsresultaten aangewezen op de zuivelverwerkers die zich met ketenefficiëntie, markttoegang en marketing moeten zien te onderscheiden van concurrenten in andere melkproductieregio’s in de VS en Europa. In het onderzoek wordt regelmatig een vergelijking gemaakt met deze gebieden om te zien hoe de melkveesector er down under voorstaat.

Wennen

Het is even wennen. Down under is niet langer het kostprijsparadijs. Traditioneel stonden de gebieden met melkveehouderij op het zuidelijk halfrond te boek als lage kostenregio’s. Extensieve bedrijfsvoering op veel grasland met voldoende natuurlijke hulpmiddelen, het gaf de melkveehouders down under een voorsprong. Die is vrijwel weg. En dat is snel gegaan. Nog geen tien jaar geleden lagen de productiekosten voor boeren in de Europese Unie en de Verenigde Staten zo’n vijftig procent hoger, aldus de Rabobank. Dit vanwege dure grond, intensieve productiesystemen en jaarrond productie.

Maar de melkveehouderij down under is de laatste tien jaar intensiever geworden. De Rabobank spreekt over een hybride model, waarbij de boeren in Nieuw Zeeland en Australië kenmerken over nemen van de intensieve veehouderij; meer productie per koe, een hogere veebezetting, meer inkoop van voer. Uit een overzicht in het Rabobankonderzoek blijkt dat de melkveehouder in Nieuw Zeeland in het seizoen 2011/2012 bijna een kwart van zijn uitgaven (24%) spendeerde aan voer. Tien jaar eerder was dat 10 procent.

Van de twee landen down under staat de melkveesector in Australië er nog steeds het beste voor als het gaat om de kostprijsontwikkeling óp het bedrijf. De Australische melkveehouders hebben evenwel te maken met een tekort aan arbeidskrachten en stijgende energiekosten. Deze kostprijsverhogende ontwikkelingen schaden de concurrentiekracht van de sector.

Schuldenpositie

Melkveehouders in de lage kostenregio’s hebben hun rendementen in het verleden omgezet in hogere productie door grond aan te kopen. En hoewel ze de productie van voer per hectare wisten op te voeren, bleef die waardegroei achter bij de prijsverhoging van grond. Zo verdrievoudigde in Nieuw-Zeeland de prijs van grasland sinds 2002. Die almaar duurdere grond zorgt er mede voor dat de schuldenpositie van de melkveehouders flink is opgelopen, met als gevolg dat de rentekosten per kilogram milk solids stevig zijn gestegen. Het maakt de financiële postie van de boeren kwetsbaar, zeker als de economie van Nieuw Zeeland gaat groeien en oplopende rentepercentages de productiekosten op de melkveebedrijven verder onder druk zetten.

De overzichten met kostenontwikkelingen in verschillende regio’s tonen dat kostprijsniveaus in de periode 2006-2012 naar elkaar toe zijn gekropen. In de grafieken die de Rabobank publiceert staat de Nederlandse melkveehouder qua kostprijs per liter melk nog altijd bovenaan, maar veehouders in de VS (Midwest, California), Ierland, Californië, Australië en Nieuw-Zeeland hebben hun kostprijs meer zien stijgen.

De kostprijsstijging voor voer laat zich overal gelden (met flinke uitschieters in de VS), maar de melkveehouders in Australië en Nieuw-Zeeland hebben daar bovenop te maken met flink duurdere (vreemde) arbeid, hoge rente en waardevermindering. De kostprijsstijgingen hebben overigens niet veel invloed op de verschillen in de kostenopbouw van verschillende veehouderijsystemen.

Voer grootste kostenpost

Voor bedrijven met een intensieve bedrijfsvoering blijft voer de grootste kostenpost (60 tot 65 procent van de kosten in de VS; 20 tot 40 procent in Australië en Nieuw-Zeeland), andersom maken grote bedrijven met veel koeien flinke kosten voor het inhuren van vreemde arbeid (Nieuw-Zeeland, Australië en de VS). Veehouders in Nederland en Ierland hebben te maken met quotumkosten en verder zien bedrijven die veel investeren in nieuwe technologieën en stallen, zoals in Nederland, zich geplaatst voor relatief hoge afschrijvingskosten.

Wat de melkveehouders down under ook niet geholpen heeft, zijn de waardestijgingen van de valuta in Nieuw-Zeeland en Australië ten opzichte van de Amerikaanse dollar (2002-2012). Daardoor verslechterde de concurrentiepositie van de zuivelexporteurs op het zuidelijke halfrond, met name in Australië. Dat geldt overigens ook voor Nederlandse zuivelproducenten, die door de sterke euro nadeel ondervonden op de exportmarkt.

De melkveehouders in regio’s met extensieve bedrijfsvoering hebben minder last van de schommelingen in de kosten dan bijvoorbeeld boeren in de VS met een intensieve bedrijfsopzet. Zij kampen met flucturerende prijzen voor voer en moeten ook rekening houden met de melkprijzen die maandelijks worden vastgesteld. De schommelingen nemen in frequentie en hevigheid toe en zijn steeds meer van invloed op de kasstroom op de bedrijven. Sommige boeren in de VS proberen die volaliteit het hoofd te bieden door meer land te kopen waarop ze eigen voer produceren.

 

Microsoft Word - Document3

Productie onder druk door milieu

In Nieuw-Zeeland moeten de melkveehouders rekening gaan houden met veel kosten door milieumaatregelen, schetst de Rabobank. De veehouders wacht forse investeringen en vergaande maatregelen in graslandbeheer en veebezetting om overbemesting en uitspoeling van meststoffen tegen te gaan.

Op korte termijn, zo is berekend, moet er voor circa een kwart miljoen Nieuw Zeelandse dollars (circa 150.000 euro) per bedrijf worden geïnvesteerd in verbetering van waterzuiveringssystemen. De werkelijke hoogte van het bedrag is afhankelijk van de omvang van het bedrijf.

De bank voorziet evenwel dat op lange termijn door invoering van milieuwetgeving de productiecapaciteit van de sector onder druk komt te staan. De snelheid van invoering en de omvang van de maatregelen zijn bepalend voor de impact op de productie, aldus de bank. Niet uitgesloten wordt dat melkveehouders hun veestapels moeten verkleinen of beperkingen opgelegd krijgen in het gebruik van meststoffen.

 

Dit artikel is gepubliceerd in ZuivelZicht

Plaats een reactie