Boer aan infuus van data- en adviesstromen
Een koe die geen drie maar vijf lactaties meegaat. Dat betekent: 20.000 kilo méér melk en een flinke besparing op de opfok van jongvee. Dat is het doel van SmartDairyFarming. Het proefproject bepaalt de toekomst van de melkveehouderij. De boer runt straks met datamanagement zijn bedrijf, dat aan een infuus van data- en adviesstromen komt te liggen. Met -uiteindelijk- de claim om iedereen te laten zien wat er op zijn bedrijf gebeurt.
Het SmartDairyFarming-project is een initiatief van CRV, Agrifirm en FrieslandCampina. Drie partijen die de hele keten bestrijken, van fok tot kaas. Ze hebben baat bij veel informatie-uitwisseling binnen de keten. Meer weten betekent betere dienstverlening (lees: adviezen) aan de boer. Maar ook meer omzet. Als de melkveehouder er in slaagt om de levensduur van de koe te verlengen dan hebben verwerkers een goed verhaal (‘koe is gezond en leeft steeds langer’) bij afnemers en consument om hun marktpositie te versterken.
Nieuwe fase
Manager Jan Willem Straatsma van FrieslandCampina zei het deze week in Koudum op een symposium over SmartDairyFarming zo:
“De zuivel heeft veel belang bij transparantie. Dierenwelzijn, milieu, diergezondheid, het heeft allemaal met waardecreatie te maken. We laten bij FrieslandCampina daarom met programma’s aan markt en consument zien met welke aspecten van duurzaamheid we bezig zijn. Dat wordt van ons verwacht, dat is een nieuwe fase voor ons als voedselproducent.”
Afnemers als Kraft, Nestlé, Unilever en Albert Heijn vragen FrieslandCampina daarin samen te werken, aldus Straatsma.
“Maar ze stellen wel eisen. Als we in de hele keten met duurzaamheid stappen zetten, houden we toegang tot die markten en creëren we extra omzet. Tot aan China toe. Je kunt 20 procent meer omzet maken als je aangeeft welke stappen je zet tot op bedrijfsniveau. Daarom vinden we samenwerking in de keten belangrijk.”
In het proefproject SmartDairyFarming wordt duurzaamheid vertaald in levensduur. Als de melkveehouder meer aandacht en zorg heeft voor het individuele dier en daarbij geholpen wordt door zogeheten evidence-based adviezen kan de levensduur van de melkkoeien worden verlengd, zo is het idee. De participanten in het project hebben als doel het leven van de koe met twee jaar te verlengen. Ze ontwikkelen op basis van de verzamelde data adviezen en protocollen waarmee melkveehouders hun veemanagement kunnen verbeteren.
Zeven melkveehouders doen mee aan de pilot. Op hun bedrijven proberen participanten van het proefproject naast de al bestaande sensortechnieken als melkrobot en stappenteller nieuwe technologische ontwikkelingen uit. Alles wordt met sensortechnieken gemeten en gevolgd op het bedrijf. De aandacht richt zich op de opfok van jongvee, de periode rondom afkalven en vruchtbaarheid. Op die terreinen in het veemanagement is nog veel vooruitgang te boeken, menen de partijen die meedoen aan SmartDairyFarming. Dat zijn naast de drie genoemde initiatiefnemers: Lely, Rovecom, Livestock Research, TNO, Accon&AVM, Dairy Campus, S&S Systems, Universiteit Utrecht, Van Hall Larenstein, Gallagher en Sentron.
De partners verzamelen een grote hoeveelheid data over het gedrag van de koeien, zoals water-, -melk en voeropname, gewichtsontwikkeling, stofwisseling en herkauwgedrag, activiteit, positie in de stal, lichaamstemperatuur, melkgift en -samenstelling (kleur, temperatuur, celgetal, lactose, vet en eitwitgehalte). Deze data worden gevoegd bij gegevens van andere partijen in de keten, zoals de voersamenstelling, de voederwaarde en de melksamenstelling. Al deze informatie wordt geanalyseerd en omgezet in adviezen en protocollen voor de boer. Idee daarbij is: hoe meer data, hoe beter de adviezen, hoe groter de stappen die de boer kan maken in het verbeteren van zijn veemanagement.
Theorie
Maar dat is de theorie. Het aan elkaar beschikbaar stellen van deze data vergt een omslag bij de ketenpartijen rondom het melkveebedrijf, schrijft het proefproject zelf. Dat geldt niet alleen voor de boer, maar ook voor concurrerende bedrijven als melkrobotleveranciers Lely en AlfaLaval. Zijn ze bereid om data te delen?
De terughoudendheid werd op het symposium al duidelijk bij de uitleg over de zogeheten InfoBroker, de online database van SmartDairyFarming die nog gebouwd moet worden en waar alle data realtime bij elkaar worden gebracht en herverdeeld. Wie gaat toezicht houden op dat schakel- en verdeelstation, was een vraag op het symposium. Een stichting, antwoordde Bart Jan Wulfse, projectleider van SmartDairyFarming. En wie gaat die stichting oprichten? Wulfse: De initiatiefnemers van het proefproject, ofwel CRV, Agrifirm en FrieslandCampina. Reactie: moet het beheer niet bij de boeren liggen?
Andere vraag: wie is eigenaar van die data? Antwoord: de boer. Mmm, krijgt hij dan ook geld voor die data? Daar kwam geen duidelijke antwoord op. Maar hij bepaalt wat er met zijn data gebeurt, werd gezegd.
In hoeverre is dat straks ook praktijk? Veelzeggend was de bijdrage van Jelle Zijlstra, lector melkveehouderij van hogeschool Van Hall Larenstein op het symposium in Koudum. Zijlstra schetste het melkveebedrijf in 2025:
“Er wordt 1 miljoen kg melk geproduceerd met volop zorg voor de individuele koe, waardoor er minder uitval is en een lage ziektefrequentie. De werkplanning en veeverzorging worden bepaald op basis van data. Elke boer heeft z’n eigen dashboard. En de stal is open. We tonen alles. Ook als er een ziekte-uitbraak is. Dan laat de boer zien welke maatregelen hij neemt om de ziekte te bestrijden.”
De boer denkt in 2025 in markttermen en is in gesprek met de burger, zo hield Zijlstra zijn gehoor voor. De melkveehouder boert op basis van protocollen en adviezen en hij heeft de veearts elke week 2 á 3 uur op zijn bedrijf om de veestapel gezond te houden. In dat plaatje deelt de boer zonder voorbehoud de data van zijn bedrijf en werken concurrerende leveranciers samen.
Leuke stap
Maar zover is het nog niet, realiseerde ook de lector zich. Hij noemde het proefproject SmartDairyFarming ‘baanbrekend’, maar ook een ‘leuke stap’. De lector ziet nog veel minpunten:
“Er is weinig objectieve kennis over de meerwaarde van sensoren, in de zin van: wat kun je er mee, hoe functioneert het? Er is weinig afstemming van sensoren, er is weinig slimme software die alles verbindt, er is weinig samenwerking tussen leveranciers, er is weinig scholing.”
Maar toch gaat de melkveehouderij ontsloten worden met datastromen. Het werd niet gezegd, wel gesuggereerd: deze innovatie is de enige manier om als sector voorsprong te houden op de concurrentie en succesvol te blijven op de internationale zuivelmarkt. De enorme hoeveelheid data die in de sector wordt verzameld moet tot meerwaarde worden gebracht en dat realiseer je door de data te ontsluiten, aan elkaar te knopen en er adviezen uit te destilleren. Dat levert geld op. Neem alleen de doelstelling van het proefproject; als het boeren lukt om de levensduur van een koe op te rekken van 3 naar 5 lactaties, dan levert dat meteen rendement op, zei projectleider Bart Jan Wulfse.
“Bij een bedrijf met 100 koeien heb je het over 40.000 euro.”
Dat vonden alle aanwezigen op het symposium een erg interessant bedrag. | BW
Recente reacties