Het is stil aan het front
Bussen met Britse scholieren rijden af en aan. Terwijl zij in musea, op een van de talloze begraafplaatsen of in een gerestaureerd loopgravenstelsel door hun bitse Britse juffen worden onderwezen over de verschrikkingen die hun overgrootvaders ondergingen, doet de oude buschauffeur op Hill 62 bij Ieper een tukkie. Het kan, het is stil aan het front.
Dat was zo’n 100 jaar geleden wel anders. Op Hill 62 sneuvelden mannen. Door kogel, granaat, ziekte of kou. De heuvel van 62 meter hoog lag jarenlang in de frontlinie van de Eerste Wereldoorlog. Vanuit loopgraven werd een wrede strijd gevochten door mannen vanuit de hele wereld. Onder hen: Winston Churchill en Adolf Hitler. Ook zij stonden te kleumen in loopgraven rondom Ieper. Hun gevechtsterreinen lagen in WO1 hemelsbreed zo’n 10 kilometer van elkaar. Ze overleefden. Miljoenen van hun kameraden niet.
Volgend jaar is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog begon. In de aanloop naar de herdenking neemt de interesse toe voor de oorlog die begon met de moord op de Oostenrijkse aartshertog Franz Ferdinand. Het slagveld rond Ieper en Verdun trekt steeds meer belangstellenden. Ze maken tours langs perfect onderhouden begraafplaatsen, indrukwekkende herdenkingstekens en shabby cafés met rommelige musea.
De streek lijkt er wel bij te varen nu de wrede en waanzinnige WO1 aan de vergetelheid wordt ontrukt. Slagveldbezoekers worden rondgereden in busjes van lokale bedrijfjes die ‘battlefieldtours’ organiseren. Op terrassen in het weer steen voor steen opgebouwde Ieper worden vele talen gesproken. In hotels en B&B’s overnachten gasten van de andere kant van de wereld die nooit van Ieper hadden gehoord als hun (over)grootvader er niet onder mensonterende omstandigheden het leven had gelaten. Laat staan dat ze overwogen zouden hebben om naar Vlaanderen en Noord-Frankrijk af te reizen.
The Last Post, geblazen onder de Menenpoort in Ieper, wordt elke avond door honderden bekeken en beluisterd. Er worden bloemen gelegd. Houten kruisjes met poppies geplaatst. Hier en daar een jeugdfoto van een overledene geplakt. In het informatiecentrum van Tyne Cot Cemetry worden namen van gesneuvelden voorgedragen. Monotoon, met een interval van 4 seconden tot in de eeuwigheid: Jim Wilson age twenty-eight, Phil Cottonwood age eight-teen, John Savage age thirty-one… Op Tyne Cot liggen 11.957 soldaten begraven. In de Memorialmuur zijn de namen gebeiteld van nog eens 33.783 Britse en 1.176 Nieuw-Zeelandse militairen. Allen vermist.
Engelsen, Welshmen, Schotten, Fransen, Australiërs, Nieuw-Zeelanders, Ieren, Canadezen, Indiërs, Chinezen (jazeker, ook zij) en Duitsers bezoeken het graf van gesneuvelde familieleden. Sommige Duitse soldaten liggen begraven tussen Britten, zoals op de begraafplaats bij Lijssenthoek. Als je goed kijkt zie je dat de grafstenen van de Duitsers anders zijn. Breder, hoekiger.
Recente reacties