Melken in een etalage

Willy Groot Koerkamp (52) melkt zijn koeien in een etalage. De draaimelkstal van BouMatic is zo gebouwd dat de beesten vanaf de N337, de Rijksstraatweg van Wijhe naar Zwolle, zichtbaar zijn tijdens het melken. De draaimelkstal als een etalage, Groot Koerkamp heeft er bewust voor gekozen. “Een beetje voor de uitstraling van het bedrijf. Het is een mooi geheel geworden, iedereen praat erover. En mensen vragen of ze mogen komen kijken. Dat mag. We overwegen zelfs een webcam op te hangen. We willen de consument laten zien waar we mee bezig zijn.”

De stal werd vorig jaar augustus opgeleverd. Groot Koerkamp bepaalde met zijn zoon Nick zelf de indeling van de stal, waarbij efficiëntie het uitgangspunt was. De stal kenmerkt zich door korte looplijnen. “We lopen geen meter te veel.”

Vader en zoon deden ideeën op tijdens de 100 tot 150 open dagen op andere bedrijven die ze bezochten. En verder kwam Nick met nieuwe zienswijzen terug uit Amerika, waar hij vier maanden stage liep op een melkveebedrijf in Indiana. Daar kwam hij tot het inzicht dat er geen melkrobots moesten komen, zegt zijn vader Willy. “We zouden er vijf á zes nodig hebben. Die robots draaien 24 uur per dag en dus heb je 24 uur per dag kans op storingen. Nu melk je in je eentje 150 koeien in een uur. En dan heb je ze ook allemaal gezien. We zijn nu met z’n tweeën in anderhalf uur klaar. Dan zijn alle koeien gemolken, zijn de roosters schoon en is het voer weer aangeschoven.”

Het tweetal melkt 225 koeien, maar ze zullen dat aantal in 2015, het jaar waarin het melkquotumstelsel wordt afgeschaft, uitbreiden tot 340, de capaciteit van de stal. Daarmee is de rek er nog niet uit, want op een onlangs aangekocht tweede bedrijf op ruim anderhalve kilometer gaan ze weer een nieuwe stal bouwen. Die is in eerste instantie bedoeld voor de droge koeien en het jongvee, maar als het zo uitkomt kunnen er nog eens 250 koeien komen te staan. “Dan stallen we het jongvee weer bij een opfokker.”

Het tweede bedrijf werd gekocht met het geld dat eigenlijk gereserveerd was voor de aankoop van melkquotum. Dat plan werd gewijzigd toen het buurbedrijf met 70 hectare pachtgrond te koop kwam te staan. “We wilden eigenlijk die 70 hectare huren, maar we moesten het bedrijf er bij kopen. Dat hebben we toen gedaan.”

De groei van het bedrijf is spectaculair. Willy Groot Koerkamp werkte tot 2001 bij een loonwerker toen hij het bedrijf van z’n broer overnam. Het bedrijf telde toen 60 koeien. Groot Koerkamp: “Toen ik het overnam had ik 425.000 kilo melk. We zitten nu op 1,6 miljoen kilo en willen naar 3 miljoen. We zijn hard gegroeid ja, en we hebben ook knetterhard gewerkt, maar als je wat wilt, dan moet je ondernemen. Toen ik een paar jaar terug met de plannen voor deze nieuwe stal kwam, werd er negatief op gereageerd. Het zou ons nooit lukken. Maar ik heb gezegd: als je wat wilt moet je het nú doen.”

Met de aankoop van het tweede bedrijf heeft hij er 70 hectare pachtgrond bij gekregen en hebben de Groot Koerkamps nu 136 hectare voor voerderwinning. “We zijn van intensief naar extensief gegaan.” Ruimte genoeg dus, maar de koeien blijven jaarrond op stal. En of dat goed valt bij de consumenten die vanaf de N337 twee keer daags in de etalage van Groot Koerkamps bedrijf kijken? “De mensen die hier komen kijken, zien meteen dat de koeien het erg naar hun zin hebben in de stal. Ze willen niet naar buiten. Het is geen issue.”